Skip to content

Michel Pipping: “We doen dit voor de student: die moet een vak leren”

De mbo bouw- en infra-opleidingen staan middenin een enerverende omgeving. Aan de ene kant hebben ze te maken met veranderingen in de beroepspraktijk: bouwtechnieken veranderen en beroepen veranderen. Aan de andere kant vraagt het ministerie van Onderwijs de roc’s om innovaties door te voeren. Denk aan het aanbieden van keuzedelen en het valideren van examens.

De mbo bouw- en infra-opleidingen staan middenin een enerverende omgeving. Aan de ene kant hebben ze te maken met veranderingen in de beroepspraktijk: bouwtechnieken veranderen en beroepen veranderen. Aan de andere kant vraagt het ministerie van Onderwijs de roc’s om innovaties door te voeren. Denk aan driejarige vakopleidingen en het valideren van examens. Opleidingsmanager Michel Pipping ziet graag dat het roc zijn rol pakt bij het opleiden van de deelnemers. “De crisis van de afgelopen jaren heeft een grote impact gehad op de opleidingen. Tussen het begin van de crisis tot het dieptepunt daarvan, is ons studentenaantal gehalveerd. We hebben gelukkig de opgaande lijn weer te pakken, maar ik hoop dat we niet weer op dezelfde manier gaan werken als voor 2008.”

Regie bij het roc

Daarbij doelt Michel vooral op de manier waarop leerbedrijf, opleidingsbedrijf en roc met elkaar samenwerken. “Als onderwijs hebben we meer de regie in handen. Wanneer vroeger een bedrijf aanklopte bij het roc voor een bbl-leerling, dan gebeurde dat. Nu kijken we beter wat in het belang van de student is. Krijgt hij de kans om alle aspecten van het vak bij het leerbedrijf te leren? Of kan hij beter eerst meer vaardigheden op doen in de bol-opleiding en dan pas overstappen naar de bbl? Ik wil dat graag vasthouden: we leiden namelijk niet alleen op voor een bedrijf, maar we leiden de student op voor een werkend leven.”

In korte tijd deelnemers veel vaardigheden bijbrengen

Eisen van het ministerie van Onderwijs en vanuit de Onderwijsinspectie versterken die tendens, vindt Michel. “Dat studenten direct instromen in niveau 3 begint nu toch echt een vereiste te worden. Dat betekent dat studenten sneller naar een hoger niveau moeten. Om dat te bewerkstelligen moeten we meer praktijk aanbieden op het roc. Bij bedrijven is de ruimte er niet om de studenten in zo’n korte tijd alle vaardigheden bij te brengen.”

Proeve van Bekwaamheid geeft roc meer regie

Ook verwacht de opleidingsmanager dat binnen enkele jaren alle praktijkexamens in de vorm van een Proeve van Bekwaamheid worden afgenomen in de gecontroleerde omgeving van het roc. “Als bouw en infra hadden we het lang goed voor elkaar: landelijk deden we alles hetzelfde en was het op papier goed geregeld. De Onderwijsinspectie wil echter dat de beoordelaar iemand anders is dan de opleider. Ze verwacht van ons dat we daar nu echt de regie op pakken.”

Beter zicht op niveau van de deelnemers

Dat is hard nodig, vindt Michel. “We examineren nu nog op de oude manier. Daarbij hebben we te weinig zicht op hoe onze studenten het doen. Als zij op school examen doen, kunnen we beter beoordelen wat het niveau van hen is.” Het is daarom mooi dat Concreet de Proeve van Bekwaamheid aan het ontwikkelen is. “Samen met de roc’s die daarbij betrokken zijn, zorgt dat vast en zeker voor een goed product.”

Leermeesters blijven betrekken bij opleiden

Wel blijft het van belang om de leerbedrijven en de leermeesters nauw bij de opleiding en de examinering betrokken te houden, vindt de bouwkunde-docent. “Leermeesters zijn erg betrokken bij hun studenten. Zij zijn degenen die een go moeten geven of iemand klaar is voor het examen. Daarnaast moeten we als roc voortdurend blijven polsen waar de bouw- en infrabedrijven behoefte aan hebben.”

Verschil tussen bedrijven, regio’s en roc’s

Die behoeftes lopen tussen bedrijven onderling steeds verder uiteen, zo merkt Michel. “Er zijn verschillen tussen grote en kleine bedrijven, de stad en het platteland, tussen regio’s. Het is daarom moeilijk om tot één algemene opleiding te komen. Elk roc moet daarom ook zijn eigen keuzes kunnen maken.”

Concreet lesmethodes té goed

De lesmethodes die Concreet Onderwijsproducten voor alle roc’s en alle bouw- en infra-opleidingen ontwikkelt, staan daarmee soms op gespannen voet. “De lesstof is in de basis heel goed. Alle vaardigheden komen aan bod en de opzet met lesstof, opdrachtenmap en trajectmap is goed. Maar misschien is het wel té goed. In de praktijk worden alle opdrachten lang niet allemaal gebruikt, of ze worden aangepast aan de situatie.”

Wat willen we met de leermiddelen?

De docenten in het onderwijsteam van Michel blijven naast de lesmethode zelf lesstof ontwikkelen. “Natuurlijk is het goed dat docenten een eigen draai geven aan de opleiding. Maar ik heb soms het idee dat de docenten ontwikkelen, omdat het pakket zo uitgebreid is dat ze geen overzicht meer hebben. De vraag is of Concreet wel zoveel opdrachten moet uitwerken.” De opleidingsmanager steekt daarbij meteen ook de hand in eigen boezem. “Als roc’s zijn wij onderdeel van Concreet én zijn we klant van Concreet. Wij moeten aangeven wat we willen en met elkaar bediscussiëren welke kant we willen dat het opgaat met de leermiddelen.”

Keuzes maken

Michel: “Concreet Onderwijsproducten speelt goed in op onze behoeftes. De organisatie stelt zich veel meer op als een bedrijf, in plaats van een subsidieorganisatie. De mensen bij Concreet luisteren naar ons en denken actief mee hoe ze ons kunnen helpen en ondersteunen.” Dat betekent niet dat Concreet klakkeloos moet doen wat één of enkele roc’s vragen”, vindt de manager. “Niet alles is mogelijk. Bij kleine opleidingen wordt maar een kleine omzet gemaakt. Dan kun je niet alles voor die opleidingen optuigen en moeten roc’s zelf ook een rol pakken en zelf iets doen.”

Concreet Onderwijsproducten mag grenzen aangeven

“Het is goed dat Concreet de grenzen aangeeft”, besluit de opleidingsmanager. “Gewoon transparant zijn in wat wel en wat niet kan. De goede stappen die Concreet daarmee heeft gezet, kan ze de komende tijd verder uitbouwen.” Michel Pipping is opleidingsmanager van de bouwopleidingen op het Da Vinci College. Hij geeft daarnaast nog een dag in de week bouwkunde aan de niveau 4-leerlingen.

Het onderwijs aan het woord

In deze serie interviewt Concreet Onderwijsproducten enkele prominente onderwijsprofessionals over de ontwikkelingen in het onderwijs. In deze serie komen (onder meer) de volgende personen aan het woord:
Erik-Meijering

Erik Meijering
Directeur-bestuurder Concreet
erik.meijering@concreetonderwijsproducten.nl06 5169 8468

Benieuwd hoe Concreet jou kan helpen met een project? Neem dan contact op.

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.